Bernardo Bader
De schoonheid van het alledaagse
A+ Lecture by Bernardo Bader
Op 12 mei 2022 nodigen A+ en Bozar Bernardo Bader uit om een lezing te geven over zijn oeuvre in het Paleis voor Schone Kunsten te Brussel.
Op 12 mei 2022 nodigen A+ en Bozar de Oostenrijkse architect Bernardo Bader uit voor een lezing over zijn werk. Naar aanleiding hiervan ging A+ met hem in gesprek over kleinschalig bouwen en de impact van ambacht in de landelijke regio die de context vormt voor zijn projecten.
A+ Al in de jaren 1980 vestigde een groep architecten uit Vorarlberg, de zogenoemde ‘Baukünstler’, een bouwcultuur die sindsdien internationaal bekend is. Hoe ziet u uzelf in deze traditie? Zet u deze voort?
Bernardo Bader De Baukünstler hebben belangrijke mijlpalen gezet op het gebied van ambacht, vakmanschap, materiaalgebruik en ecologisch bouwen waaraan de hedendaagse bouwcultuur in Vorarlberg nog steeds schatplichtig is en die nadien ook ingang vond in andere delen van Oostenrijk en daarbuiten. Ondertussen hebben meerdere generaties architecten aan die weg getimmerd. Ik denk dat mijn praktijk hierbij goed aansluit en hun werk misschien zelf verderzet.
Ik probeer in ieder geval aan het hedendaagse bouwen de dimensie van de menselijke perceptie toe te voegen, waar soms de strengheid van vakmanschap en een discours van feitelijke kennis de bovenhand nemen. Het is niet altijd eenvoudig om met gebruikers of bouwheren op dezelfde lijn te communiceren. Maar wat ons allemaal verbindt, is het feit dat we mensen zijn. In de menselijke conditie, en wat het betekent om te wonen, te werken, te leven, ligt voor mij het verbindende element waardoor gebruikers en ontwerpers hetzelfde gesprek kunnen voeren. Ik geloof niet in een intellectueel discours dat vaak een omweg vormt naar het wezenlijke van de architectuur en een afstand schept naar de bouwheer toe.
Een architecturale beleving van de menselijk ervaring heeft ook directe ruimtelijke consequenties. Zo werk ik bijvoorbeeld graag met vides of erg hoge plafonds in verder eenvoudige woningen omdat ze, samen met een zorgvuldig gekozen samenspel van materialen, refereren aan het sacrale en zo aan andere projecten die ik realiseerde met een sacraal programma. Dit zijn beslissingen die ik moeilijk met argumenten kan rechtvaardigen, maar die gemaakt zijn om precies die totaalbeleving te realiseren die mijn gebouwen kenmerkt.
A+ U groeide op en woont nog steeds in het Bregenzerwald, een regio die bekendstaat om haar hoogwaardige vakmanschap, vooral in houtbouw. Welke impact heeft dit op uw werk?
BB Mijn achtergrond is belangrijk voor mij en het verklaart misschien ook mijn specifieke interesse in architectuur als een discipline van het ‘maken’. Ik wil werk realiseren dat gestoeld is op de technische mogelijkheden van de constructie en de rijkdom van het ambacht en het materiaal.
Een project bedenken betekent eigenlijk al het uitvoeren. Het proces van het vinden van de juiste uitvoeringsmethode vind ik interessanter dan het ontwikkelen of toepassen van bepaalde architecturale ideologieën. Mijn doel is simpelweg om zo dicht mogelijk bij de opdracht te staan en deze zo juist mogelijk in de fysieke, sociale en culturele context in te passen. Alleen zo slaag ik erin een welbepaalde sfeer of ruimtelijke beleving te creëren. Maar je zou ook kunnen zeggen dat het gebouw in zekere zin zichzelf schept vanuit de ‘substantie’, vanuit het ‘materiaal’. Dat was sterk het geval bij het ontwerpproces voor het Alpine Sportcentrum in Schruns, waarin het project als het ware direct uit de rots gehouwen lijkt.
Binnen een materiële vanzelfsprekendheid ontstaan harmonieuze ruimtes die schijnbaar moeiteloos in elkaar grijpen, zoals de verschillende gebedsruimtes op de islamitische begraafplaats in Altach, waar in de massa gekleurd beton en hout met elkaar in dialoog gaan. Sowieso is het gebruik van houtbouw in deze regio een beproefd middel om een verbinding te maken met de rurale context. Het dorpshuis in Steinberg of ook het huis aan de Schopfacker in Trogen, beide bijna volledig in hout, illustreren hoe het materiaalgebruik bijdraagt aan de eenheid tussen exterieur en interieur, tussen woning en dorp.
Bouwen in hout brengt architectuur ook dichter bij andere disciplines, zoals meubelontwerp of het ontwerpen van muziekinstrumenten. Een ruimte wordt dan een klankkast waarbij de harmonie tussen vorm en materiaal een specifiek timbre genereert. De Salgenreute Kapel is een voorbeeld van een project waarbij we de perfecte eenheid van volume, materiaal en functie bereikt hebben die belangrijk was voor de beleving ervan.