David Sebastian
Serendipiteit
A+ Talk by Anupama Kundoo & David Sebastian
Op 15 maart 2022 verwelkomen A+ Architecture in Belgium en Bozar David Sebastian en Anupama Kundoo in het Paleis voor Schone Kunsten, voor een dubbellezing. Beide bureaus bespreken hun architectuurprojecten binnen het overkoepelende thema ‘baksteen’.
A+ en Bozar nodigen de Spaanse architect David Sebastián op 15 maart uit voor een lezing in het Paleis voor Schone Kunsten in Brussel. In deze A+Talk staat de toepassing van het materiaal baksteen centraal. Aan de vooravond van de lezing sprak A+ met hem over enkele opvallende projecten die hij met baksteen realiseerde, en over hoe hij het materiaal inzet voor experimenten in de architectuur.
A+ – In een van uw recentere en meest bekende projecten, House in Three Springtimes in Teruel (Spanje, 2017), maak je onder andere gebruik van baksteen. Het is een zeer opvallende en experimentele toepassing van het materiaal. Hoe heeft baksteen het ontwerp beïnvloed?
David Sebastián – Het House in Three Springtimes in Teruel is een vakantiehuis voor drie gezinnen, dat beschutting moet bieden tegen de loden zomerhitte in Spanje. Het huis werd door de bewoners zelf opgetrokken met een heel klein budget, bijgestaan door lokale arbeidskrachten. Ze realiseerden het huis in verschillende fases, gedurende drie opeenvolgende lentes – vandaar de naam.
Het zomerhuis is een reconversie van een oude hooischuur. We opteerden ervoor om de bestaande stenen buitenmuren en het oude houten dakgebinte te bewaren. Die bepaalden de volumetrie, de hellingsgraad van het dak en de afmetingen van de binnenplaats van de nieuwe woning. Omdat het budget zeer beperkt was en omdat we met lokale vaklui wilden werken, kozen we ervoor om van standaardmaterialen gebruik te maken. Die zijn vaak niet alleen goedkoper, maar ook plaatselijk makkelijk te verkrijgen en vooral ook eenvoudiger te hanteren.
Zo kwamen we naast hout en keramiek – die we vaak ter plekke vonden en recupereerden – ook uit bij baksteen. Niet het soort baksteen dat doorgaans gebruikt wordt als afwerking of gevelsteen, maar de kloekere versie die toegepast wordt als dragend element. Die baksteen is zo eenvoudig, hij zit in haast alle constructies vervat als basiselement. We begonnen met dit simpele bouwelement te experimenten, op een heel speelse manier. Omdat de steen zo handzaam is, begonnen we hem op verschillende manieren te stapelen, hem te keren, of verschillende manieren van voegen te gebruiken. Zo kreeg dat constructieve element toch een zekere graad van ornament, zonder hem letterlijk ‘af te werken’. We gebruikten ook verschillende soorten baksteen, afhankelijk van wat lokaal op het moment voorradig was. Zo kregen sommige hoekverbanden een speciale uitwerking, en ook enkele trapdelen bestaan uit andere bakstenen.
A+ – De woning doet denken aan de zomerresidentie met studio van Alvar Aalto op Muuratsalo (Finland, 1954). Hij bouwde dit huis voor zichzelf en zijn vrouw. In dat huis staat het experiment met het bouwen met verschillende soorten baksteen en verschillende manieren van samenstellen centraal. Was dit huis in zekere zin een referentie voor u?
DS – Jazeker, we werkten in dezelfde geest van experiment, improvisatie en compositie. Het spelelement was bij ons ook heel belangrijk. We speelden echt met verschillende texturen en vormen, vaak ook met afgebroken stukken van oude stenen die we ter plekke vonden. Daarom ziet het onderste deel van een muur er vaak helemaal anders uit dan het bovenste, omdat we gaandeweg met andere stenen of verbanden gingen werken. Het aspect toeval speelde een grote rol: het soort gelukkig toeval, de aangename verrassing, het vinden van iets dat bruikbaar is maar waarnaar we niet speciaal op zoek waren. En misschien raakt dit ook aan het ‘vernaculaire’. We gebruikten een doorsnee, dragende baksteen die plaatselijk voorradig was, die zeg maar deel uitmaakte van het lokale, materiële landschap. Na gesprekken met de metsers besloten we de metselverbanden zo te leggen dat we de steen niet hoefden te versnijden of te verzagen. We volgden gewoon de eigen logica van de steen. Al doende leerden we het materiaal kennen, we leerden het hanteren, monteren en assembleren, gebruikmakend van het vakmanschap van lokale arbeidskrachten. Op die manier raakte het project ingebed in het dorp – niet alleen mentaal, maar ook fysiek. Het uiteindelijke resultaat gaat op in het landschap. Het spreekt als het ware het lokale dialect.
A+ – Wat was uw rol als architect hier dan precies?
DS – Ik vulde mijn rol als architect hier inderdaad anders in: het was duidelijk dat ik hier geen aanbestedingsdocumenten of uitvoeringsplannen moest opmaken. Ik maakte wel eenvoudige werkmaquettes en ik maakte schetsen op de werf om duidelijk te maken aan de bouwers in welke richting we moesten werken. Ik stak ook zelf de handen uit de mouwen en bouwde echt mee. Maar een van mijn belangrijkste taken bestond eruit een gedetailleerde inventaris aan te leggen van de bestaande materialen die we zouden recupereren (zoals oude houten deuren en ramen), en van nieuwe, goedkope materialen die snel geleverd zouden kunnen worden. We wisten op voorhand nooit exact welk materiaal we waar precies zouden gebruiken, alles gebeurde ad hoc, afhankelijk van wat er op het moment aanwezig was. Bijdragen aan een circulaire economie maakte deel uit van het centrale concept van dit project, en die inventaris was hiervoor een cruciaal instrument.
A+ – In eerdere projecten, zoals de School of Art and Design in Amposta (Spanje, 2013), en de crèche in Vilanova del Vallès (Spanje, 2010) koos u ook – zij het gedeeltelijk – voor baksteen. Was daar telkens een andere reden voor, of waren de motieven relatief vergelijkbaar?
DS – Op het eerste gezicht zijn deze twee projecten niet te vergelijken met het House in Three Springtimes. Vooreerst zijn het publieke en geen private projecten, en liggen ze in een eerder stedelijke en geen rurale context. Maar ook hier ging het telkens om het ombouwen van een oude, bestaande constructie tot iets nieuws. Dat deden we telkens met behoud van de oorspronkelijke vorm van het gebouw, maar zonder te maskereen waar we elementen toevoegen. We tonen altijd heel expliciet wat oud en wat nieuw is. En ook hier was het recupereren van bestaand materiaal dat we gaandeweg ter plekke ontdekten van groot belang. Dit zorgde ervoor dat we nog tijdens de werf het ontwerp verschillende keren aanpasten. Beide projecten zijn geconcipieerd rond 2008, het jaar waarin de grote financiële crisis losbrak, met zware gevolgen voor de Spaanse economie. Het was dus heel belangrijk om spaarzaam om te springen met materialen, en zoveel mogelijk het principe te hanteren van recuperatie. Telkens hebben we onszelf verbaasd tot welke mogelijkheden ons dit heeft gebracht.
En zo kom ik terug op de notie van experiment. Ook in het grootschaligere en iets prestigieuzere project van de School of Art and Design in Amposta hebben we geëxperimenteerd met verschillende materialen, waaronder baksteen. We hebben hier verschillende materialen toegepast omdat het project zich moest kunnen aanpassen aan verschillende schalen en contexten. De school bevindt zich eerder in de periferie van de stad, in een amalgaam van forse industriële gebouwen en iets kleinere constructies ter ondersteuning van die industrie. Voor het exterieur van de school gebruikten we dus robuuste stalen frames. Maar voor de binnenruimtes pasten we baksteen toe, omdat het een warm, huiselijk en humaan materiaal is. Voor mij is materialiteit altijd verbonden met schaal en context. En verschillende schalen en contextualiteit leiden tot verschillende materialen. En omgekeerd: het eigenlijke van een materiaal herinnert mij eraan hoe het gebruikt kan worden, en ook hoe het anders ingezet kan worden. Die verschillende manieren, dat experiment met het materiaal, stuurt de architectuur.
[…]