Gepubliceerd op 24.04.2023 | Tekst: Lisa De Visscher

Op 25 april zijn Stéphanie Bru en Alexandre Thériot van het Franse bureau Bruther te gast bij A+ Architecture in Belgium en Bozar voor een lezing in het Paleis voor Schone Kunsten. Hoofdredacteur Lisa De Visscher ging in gesprek met de architecten over de uitdagingen en obsessies die uit hun praktijk spreken.

A+ Het mediahuis Frame in Brussel is momenteel in aanbouw. Het is een project waarvoor jullie samenwerkten met het Brusselse bureau Baukunst. In welk opzicht is dit project representatief voor jullie architectuurpraktijk?

Stéphanie Bru Het mediahuis ligt in de lijn van alles wat we gedaan hebben sinds we ons bureau hebben opgericht. Het concept van het project is nauw verbonden met het ‘Maison de la recherche et de l’imagination’ in Caen, dat werd opgeleverd in 2015. Het programma is iets meer afgebakend en de schaal verschilt maar de zoektocht naar lichtheid, het optimaliseren en maximaal benutten van de ruimtes kreeg ook hier al onze aandacht.

Om ruimte vrij te maken, sleutelden we enerzijds aan de opbouw van de structuur en brachten we de diensten verbindingsruimtes naar buiten, wat tot grote, open vloeroppervlakte leidde. Anderzijds hebben we een ‘blanco scenografie’ voorgesteld, zodat het gebouw eender welke functie kan vervullen, van lesgeven tot muziekstudio’s.

Alexandre Thériot Die interventies zorgen voor een goede leesbaarheid en benadrukken de technische elementen. We hebben het systeem binnenstebuiten gedraaid door zichtbaar te maken wat normaliter gecamoufleerd of verborgen wordt. Dit is uiteraard niet nieuw: het Centre Pompidou staat er al 50 jaar. Maar de aanpak is up-to-date gebracht om te voldoen aan de verwachtingen van vandaag. Waar het op aankomt is om de triviale elementen, zoals de structuur, schachten en dienstruimten, te gebruiken om het gebouw vorm te geven.

A+ Voor het studentenhuisvestingsproject in Saclay, in de buurt van Parijs, voorzagen jullie een parkeergarage die tot woningen omgebouwd kan worden. In dit project, dat ook in samenwerking met Baukunst verliep, staat naast de flexibiliteit van de ruimte ook een vloeiend programma voorop.

SB Een vloeiend programma en het niet-toewijzen van functies is een constante in ons werk. Bij het Saclay-project maakte het deel uit van de opdracht. Waar andere bureaus tijdens de wedstrijd een eerder verticale scheiding van de functies voorstelden, bleven wij voorstander van een horizontale opdeling.

Het idee van het ‘programma-loze’ ontstond heel vroeg in ons werk, met het project in Caen. We kregen er de kans om een opdracht zonder programma uit te werken. Maar dat betekende dat we over alles moesten nadenken. Het bleek een erg verrijkende ervaring te zijn die ons veel heeft bijgebracht over de ware betekenis van een flexibele structuur. Sindsdien is die ‘programmatische transversaliteit’, het terugbrengen van een grote vrijheid in alle soorten programma’s, een van onze vaste tools geworden.

We passen het nu ook toe op de huisvestingsvraag en proberen om ruimtes zo ‘kneedbaar’ mogelijk te maken.

AT Zo evalueren we onze praktijk. Door de programma’s in vraag te stellen, zoeken we naar: wat is architectuur? Wat is een gebouw? Is het strikt gebonden aan één gebruik of is het juist gekoppeld aan een potentieel van meerdere functies? Die vragen intrigeren ons al een tijd en openen interessante mogelijkheden voor ons.

Het klopt dat alles begon met het project in Caen. Tijdens de wedstrijd waren we overtuigd dat het project het niet zou halen. Dat het de opdrachtgever niet interesseerde om een gebouw zonder duidelijke functies te bouwen. En plots was er collectieve bijval van de stad en alle betrokken actoren om het idee te steunen dat een gebouw misschien niet definitief bepaald hoeft te worden door gebruik en bezetting.

Dat project was dus het eerste experiment dat ons werkelijk in staat stelde om een onbekend programma te onderzoeken dat voor elk type gebruik geschikt zou zijn. Dit veronderstelt een grote mate van technische aandacht voor bijvoorbeeld brandvoorschriften: een gebouw waarin een conferentiecentrum wordt ondergebracht moet niet aan dezelfde eisen voldoen als een sportcentrum, omdat het gebruikersaantal verschilt.

A+ Jullie bouwen momenteel het departement biowetenschappen van de universiteit van Lausanne, nog een project dat met onderwijs te maken heeft. Hoe wordt jullie manier van werken hier beïnvloed door de behoeften die het programma met zich meebrengt?

AT Onderwijsprojecten zijn erg stimulerend. Ze raken aan een breed spectrum van vragen: wat is onderwijzen? Details leren tekenen: is dat het doel van een architectuurschool? Gaat het hier om een overdracht van technische kennis? Of leer je hier vragen stellen en zoeken naar middelen en manieren om die te beantwoorden? Welke ruimte hebben we nodig om kennis over te dragen of ze samen tot stand te brengen?

Het departement biowetenschappen van de universiteit van Lausanne bestaat uit ruimtes die uiterst hightech en gespecialiseerd zijn, zoals de experimenteer-ruimtes voor biochemie (of andere wetenschappen): die zijn het uitgangspunt om over de typologie na te denken.

SB Als het over bouwen zelf gaat, weet ik niet of typologieën veel veranderd zijn door verschuivingen in onderwijsmethoden of pedagogie. Maar er is zeker wel een omwenteling geweest in de rol van de docent, vooral na de coronacrisis. Aangezien we zelf ook allebei doceren, zijn we ons daar ook van bewust.

(…)

Lees ook

Schrijf je in op onze nieuwsbrief
  • This field is for validation purposes and should be left unchanged.