Opinie: hoofdkantoor van BNP Paribas Fortis
De winnaars van de MIPIM Awards, een vastgoedwedstrijd die internationale projecten bekroont, werden afgelopen 17 maart in Cannes aan het publiek bekendgemaakt tijdens de prijsuitreiking. Het hoofdkantoor van BNP Paribas Fortis, een project ontworpen door de architectenbureaus Baumschlager Eberle Architekten, Styfhals en Jaspers-Eyers Architects, kreeg de prijs voor Best Office & Business Development. Dit project was het onderwerp van twee opiniestukken in A+294 Back to Brick.
VOOR
Leo Van Broeck
Brussel-Centraal, wijk in streepjespak
Vanuit de Ravensteingalerij zag ik de vorige jaren de nieuwe hoofdzetel van BNP Paribas langzaam vorm krijgen. Naarmate dit gebouw vorderde en de muur van bouwketen eromheen verdween, gaf dit intrigerende gebouw me intuïtief een steeds beter gevoel. Toen A+ me vroeg om er een recensie over te schrijven, wist ik dat ik op zoek moest naar de oorzaken van die intuïtie: de projectinformatie van ontwerpers Baumschlager en Eberle doornemen, praten met Olivier Bastin die destijds als Brussels Bouwmeester in de jury zat, en rondwandelen in de buurt om het gebouw beter te bekijken.
De bouwheer wenste diverse administratieve kantoren op suburbane locaties te sluiten en compacter te concentreren vlak bij het treinstation: een goede strategie qua duurzame mobiliteit. BNP Paribas zag dit project eerst als een pure corporate-vastgoedoperatie, uit te voeren door hun courante architecten, maar de Brussels Bouwmeester en de lokale besturen drongen aan op een wedstrijd. De wedstrijdvraag was niet zo makkelijk, gegeven de omvang van het programma én de appreciatie voor het bestaande gebouw met schitterend interieur van Wabbes. Dus werden – hoewel het bestaande gebouw amper nog kon voldoen aan de nieuwe eisen – zowel renovatie als nieuwbouw toegestaan.
De schortlist van twaalf kandidaten werd opgesteld in overleg tussen bouwheer, overheden en Bouwmeester. De wedstrijd verliep in drie fasen: via een ideeënschets naar zes kandidaten, via een meer uitgewerkt schetsontwerp naar twee kandidaten die een wedstrijdontwerp indienden. Naast de Bouwmeester en de bouwheer zaten in de jury ook expert Xaveer De Geyter, en vertegenwoordigers van de stedenbouwkundige diensten van de stad en het Gewest.
De verdiensten van het winnende project zijn talrijk. Het zet sterk in op het articuleren en integreren van een groot programma in zijn omgeving. Het project is doorwaadbaar: overdag vormen de binnengebieden een publieke passage door het bouwblok. Langs het voetpad geeft een overdekte colonnade beschutting aan de publieke ruimte. In de actieve plint is 1.000 m² retail voorzien en 2.200 m² ruimte voor publieke instellingen. Het gebouw herneemt de contour van het historische bouwblok en overbrugt op een slimme manier het hoogteverschil van de Warandeberg als schakel tussen bovenstad en benedenstad. Ook duurzaamheid scoort hoog. De kelders van het vorige gebouw worden gerecycleerd voor opslag van koude en warmte; naast de talrijke zonnepanelen is er 5.500 m² groendak; en de binnenkoeren en terrassen zijn eveneens beplant.
Maar het meest verrassende komt aan het licht bij een wandeling in de buurt. De meeste grote gebouwen in de wijk zitten namelijk in een gelijkaardig streepjespak: de Nationale Bank, het stationsgebouw van Brussel Centraal, de Albertina Bibliotheek, de twee linkerburen van de Ravensteingalerij, en zelfs de gevel van Bozar. De nieuwe verticale lamellen in wit prefabbeton zijn nobel vormgegeven. Geen enkele lamel is dezelfde, de hoeken zijn ruw afgeslepen en tonen korrels van grijsgroen Scandinavisch marmer. De kroonlijsten en de variabele hoogte van de gevels reflecteren de omgeving. De maat en de curve van de tegenoverliggende Shell-building worden hernomen. Wie vanuit de Ravenstein naar de trappen naar het park kijkt, ziet de rondingen en hoogtes van Bozar terugkomen in de nieuwbouw. Het mooie is dat deze referenties subtiel blijven en niet vervallen in mimesis of historiserende ornamentiek. Het gebouw is tegelijk contextueel slim én schaamteloos ongecompliceerd nieuw en hedendaags. Nu de Lage Landen geteisterd worden door historiserende zigzag-baksteengevels en neoromaanse uitkijktorentjes, is het verfrissend om nog eens architectuur te ontdekken die niet verzandt in intellectualistisch maniërisme en zelfs een daklandschap durft te ontwerpen dat er als een rollercoaster uitziet.
TEGEN
Michael Bianchi
More or Less Disconnected
De voorzichtigheid waarmee BNP Paribas Fortis te werk ging bij de realisatie van dit project in een zeer gevoelige omgeving, staat buiten kijf. Het kwam al aan bod in twee eerdere stukken die A+ aan het onderwerp wijdde. Het eerste ging over de strategische allianties die de bank ten tijde van het project aanging en die het administratieve proces hebben bevorderd[i]. Het tweede benadrukte hoe bij het gebouw veelzijdig aandacht besteed werd aan de publieke ruimte, van het ontwerp tot de gevelbekleding en de opvolging van de werf[ii]. Voeg daar aan toe: een uitmuntend energetisch ontwerp gecertificeerd door het BREEAM-label, een ecogarantie door de tussenkomst van Rotor, en een witte gevel met iriserende groene flitsen Noors fuchsiet, dat “per boot naar België werd vervoerd, om de ecologische voetafdruk zo klein mogelijk te houden”[iii]. Halleluja!
Voor we verder gaan, mogen we niet vergeten dat de bank met dit project in de eerste plaats een efficiënter grondgebruik beoogde én een vertoon van symbolische macht. De architectuur en ornamentering bemiddelen die doelstellingen. Dus als we enthousiast zijn over de intelligentie van het gebouw, laten we dan niet vergeten waartoe het dient en in welk plaatje het past.
Wat de ecologische uitmuntendheid betreft, valt in te brengen dat BNP Paribas, de moedermaatschappij van de bank, in Frankrijk berucht staat als nationaal kampioen in het financieren van fossiele brandstoffen. Jaarlijks draagt de bank 40 miljard euro[iv] tot de sector bij. Als we de vindingrijkheid van de ontwerpers van het gebouw loven, omdat het huidige energieverbruik zes keer lager ligt dan voorheen, lijkt hun prestatie een gimmick binnen het ecosysteem waar het gebouw deel van uitmaakt.
Het respect voor het architecturale en symbolische erfgoed van de Kunstberg dan. Als argument voor het gebouw wordt ingebracht dat de gevellijnen inspelen op de hoogteverschillen van de omliggende architectuur, zonder te domineren. Dit argument negeert het globale massa-effect en het volume dat wordt ingenomen in het dichte weefsel van de buurt. Door zijn horizontale uitgestrektheid en eenvormige uitzicht wordt het gebouw meer dan voorheen waargenomen als één compacte massa. Ondanks zijn eerder harde uitstraling, bood het oude gebouw op z’n minst een groene buffer aan de kant van de Twaalf Apostelenstraat.
Maar bovenal: het nieuwe gebouw hecht geen belang aan de culturele densiteit van de architecturale omgeving. De hoogte van de kroonlijsten is zowat de enige contextgerichte parameter waarvan het gebouw getuigt. Voor het overige ontwikkelt het een op zichzelf gerichte esthetiek, zonder uiterlijke, symbolische of zelfs conceptuele aanknopingspunten met de omgeving of het verleden.
De publieke ruimte ten slotte. Daarvan wordt beweerd dat ze doordringt tot in het hart van het gebouw en zo uitdrukking geeft aan het idee van een bank die “de banden tussen [zichzelf] en de samenleving wil concretiseren”[v]. Onder het motto Connect & More heeft de bank dit tot dé boodschap van het project gemaakt. In werkelijkheid lijkt de binnentuin eerder op een toegang tot het gebouw dan op echte publieke ruimte. De imposante zwarte hekken en veiligheidsvoorzieningen aan elke ingang van de tuin, maar ook de gevels in hun geheel, nodigen niet bepaald uit om op verkenning te gaan.
Dit project, dat een groots programma wil waarmaken in een wijk met een symbolisch statuut, doet te veel moeite om te verleiden. Qua elegantie en verfijning grenst het aan kitsch, qua ecologie en technisch fetisjisme doet het duizelen, maar in esthetisch opzicht blijft het blind voor de culturele lading van de plek. En de relatie tot de publieke ruimte is, naar het voorbeeld van de rest, onbestaande.
[i] Gideon Boie. ‘Welcome in Jaspers Town’, nieuwsbrief A+ van 20/2/2018.
[ii] Michael Bianchi. ‘De bankier en de street artists’, A+ nr. 276
[iii]Architectura, Exosquelette en béton unique pour le nouveau siège social de BNP Paribas Fortis
[iv] Bron: savelifeonearth.eu