M HKA: een analyse
In maart werd de Open Oproep voor de bouw van een nieuw Museum voor Hedendaagse Kunst in Antwerpen door de bevoegde Minister zelf abrupt stopgezet nadat de gunningscommissie niet tot een eensgezind besluit kon komen. Dat ondanks jaren van voorstudies en een peperdure wedstrijd –de kosten ervan bedragen zeker meer dan 500.000 euro. Merkwaardig is bovendien dat de ontwerpen achteraf niet publiek gemaakt werden, zodat er ook geen behoorlijke maatschappelijke discussie over mogelijk is. Door een gunstige wind belandden de documenten toch op onze tafel. De conclusies zijn verbijsterend.
Over het bedenkelijke verloop van de jurering van de wedstrijd verscheen op 24 juni 2020 in Knack al een uitgebreid artikel van Jan Lippens. Volgens eigen bronnen staat het verhaal dat Knack ophangt erg dicht bij de waarheid. De brandende vraag blijft echter wat museumdirecteur Bart De Baere ertoe dreef om de discussie te saboteren, waarom stadsbouwmeester Christian Rapp hem daarin steunde en waarom Vlaams Bouwmeester Leo Van Broeck beiden zoveel speelruimte gaf om dat te doen.
De wedstrijd kende immers een jarenlange, uitstekend voorbereide aanloop. Die begon met een studie die toenmalig Vlaams Bouwmeester Peter Swinnen in 2012-2013 bestelde bij Labo A (UGent) om na te gaan welk soort Museum voor Hedendaagse Kunst in Antwerpen zinvol kon zijn. Geen overbodige vraag, want door de structurele onderfinanciering van alle musea in Vlaanderen, spelen ze internationaal nauwelijks mee. De studie was er snel uit dat instellingen als SMAK, M HKA of MuZee om die reden onmogelijk elk op zich alle taken van een Museum kunnen opnemen. Voor specifieke taken als conservering kunnen de krachten bijvoorbeeld beter gebundeld worden.
In het kielzog van die studie – die veel subtieler is en breder gaat – besloot een stuurgroep later dat het M HKA, gezien zijn collectie, het best geplaatst was om een ‘overzichtsmuseum’ van Hedendaagse Kunst in Vlaanderen te worden. De stuurgroep oordeelde ook dat daartoe een nieuw gebouw nodig was. Eventueel kon het bestaande gebouw dan ingezet worden als een soort centraal Vlaams depot voor hedendaagse kunst, ten dienste van alle Musea. Dat programma, aangevuld met een extra component voor tijdelijke, thematische tentoonstellingen, een studiebibliotheek en een forum, vormde het uitgangspunt van de Open Oproep. Dat was al een beperkte, maar verdedigbare verruiming van de taakstelling.
Voor de opdracht werd wel een bijzonder moeilijk terrein gekozen: het voormalige Hof van Beroep aan de Vlaamse Kaai, op een boogscheut afstand van het huidige museum. Dat gebouw ligt boven de voormalige sluis tussen de Schelde en de nu gedempte Zuiderdokken, waar binnenkort een stadspark vorm moet krijgen. Het perceel is maar een goede 30 meter breed en zo’n 75 meter lang. Die kleine voetafdruk dwong de ontwerpers om de hoogte op te zoeken gezien het omvangrijke programma. Niet evident, gezien de smalle straatjes tussen kaaien en het plein van de gedempte dokken.
Het ontwerp van Caruso St John en 51N4E, dat bij de eerste jureringsronde met vlag en wimpel boven de anderen uitstak, bedacht daarop een slim antwoord met een structuur die volledig open, hoge vloeren afwisselt met lage vloeren die als een ruimtevakwerk de enorme overspanningen mogelijk maken. Op de hoeken van het gebouw bevinden zich de noodzakelijke verticale circulaties en sassen voor de ‘art handling’ die ook de dwarse stabiliteit verzekeren. Die ‘lasagnestructuur’ heeft vele voordelen. Zo ontstaat op begane grond een enorme open ruimte, een echte ontvangsthal, met een doorkijk naar de ondergrondse (historische) structuur. Een ander voordeel is dat technische installaties, zoals koeling en luchtbehandeling, ad hoc en op maat in de tussenvloeren kunnen georganiseerd worden. En op de etages krijg je toch dezelfde vrijheid in indeling die ook de begane grond kenmerkt.
Het ontwerp springt echter om nog twee andere redenen in het oog. De eerste is de gevelbekleding. Trouw aan de idee van ‘circulair bouwen’ is die samengesteld uit recuperatiematerialen van de haven, als een patchworkdeken dat over de structuur gedrapeerd wordt. Boeiend is daarnaast de ‘wolk’ van doorschijnende kunststof bovenop het dak. Dat reusachtige dakterras biedt plaats aan een bibliotheek, een leeszaal, een buitenterras en horeca. Dat zijn telkens niet zo’n evidente oplossingen, maar wel met een bijzonder spannend resultaat.
De Baere wilde echter met alle geweld het ontwerp van SANAA en Jaspers-Eyers selecteren, al kwam dat er in de eerste juryronde niet erg goed uit. Et pour cause. Het volume is ten eerste veel te groot en hoog (ca. 80 m), en dus ook onvermijdelijk veel te duur. Het ziet er uit als een opgeblazen doorslagje van het beroemde project van SANAA voor het ‘New Museum’ in New York City, maar anders dan dat gebouw is de begane grond bijzonder gesloten. Het is ook moeilijk om te achterhalen hoe het programma precies kan passen in dit gebouw. Bovendien scoort het gebouw slecht op vlak van duurzaamheid en van circulair bouwen is al helemaal geen sprake. Dat SANAA Sejima zelf niet afvaardigde, maar een medewerker, en dat er van afstemming tussen de Japanners en Jaspers-Eyers weinig sprake was, stemt al evenmin tot veel vertrouwen.
Niet dat er rond het ontwerp van Caruso St John en 51N4E geen vragen te stellen zijn. Het eigene van een Open Oproep is echter dat het geen ontwerp selecteert maar een team dat blijk geeft van de juiste benadering en procesbereidheid. Daar blonk dat team overduidelijk in uit.
Waarom hield De Baere dan het been stijf? Wie zijn oor her en der bij betrokkenen in de museumwereld te luisteren legt, kan het vermoeden krijgen dat de ambities van het huidige bestuur van het M HKA en/of van de stad en/of van Vlaanderen al van bij aanvang van de Open Oproep elders lagen dan de projectdefinitie suggereerde. Het is niet denkbeeldig dat de directeur binnen Vlaanderen een veel grotere rol ambieert. Een soort fusie met het ondertussen al jaren gesloten Museum voor Schone Kunsten waar de huidige conservator, Manfred Sellink na vijf jaar zijn biezen pakte, is bijvoorbeeld niet ondenkbeeldig. Overigens doken en cours de route allerlei nieuwe beleidsplannen op waar de ontwerpers geen weet van hadden, en bestond De Baere het zelfs om aan te kondigen dat het beleidsplan voor de toekomst eigenlijk nog ver van af was.
Of is het allemaal nog veel banaler? Met SANAA zou de stad, na Zaha Hadid’s Havenhuis, een tweede ‘starchitect’ in huis halen. Mooi meegenomen is dat hetzelfde SANAA met Jaspers-Eyers ook een gebouw plant op de vlakbij gelegen ontwikkeling van Nieuw Zuid. En als we helemaal achterdochtig worden: misschien was de overdreven hoogte van hun ontwerp maar een voorzet om de bouwhoogte langs de Kaai over de hele lengte van de gedempte Zuiderdokken te laten stijgen, na de opmaak van een voor dit gebouw noodzakelijk nieuw RUP. Dat zou enorme kansen creëren voor vastgoedontwikkeling in dit aantrekkelijk stukje Antwerpen.
Het probleem is: niemand weet het en zoals de kaarten nu liggen zal de waarheid nooit boven tafel komen. Er zal zelfs nooit een behoorlijke publieke discussie zijn over deze wedstrijd. Duidelijk is wel dat dit debacle de geloofwaardigheid van de Vlaamse regio inzake architectuurwedstrijden internationaal op het spel zet. Duidelijk is ook dat de huidige algemene en artistieke directeur van het M HKA, Bart De Baere, de spil is van dit verhaal. Hij speelde het spel niet correct door een forcing uit te voeren ten gunste van SANAA, hoewel het project voor een nuchtere beschouwer niet door de beugel kan.
In elke normale instelling zou de hoofdrolspeler in zo’n drama de eer aan zich houden en vertrekken, maar niet zo De Baere. De Witte Raaf meldde in zijn editie van mei-juni 2020 dat hij zich vanaf nu met verdubbelde ijver aan het bouwdossier zal wijden, en de ‘dagelijkse artistieke werking’ daarom overdraagt aan Nav Haq, die ‘geassocieerd artistiek directeur’ wordt. Ronduit ongehoord in een beleidscontext die instellingen expliciet ontraadt om directeurs al te lang aan te houden. Tien jaar is zowat hun houdbaarheidsdatum. De Baere zit al 25 jaar aan het roer van M HKA, met een matige trackrecord. Geen wonder dat de geruchtenmolen stilaan op hol slaat…