Wat we zelf doen, doen we slechter
Er zijn van die boeken die je geloof in de mensheid in het algemeen, en de overheid in het bijzonder doen wankelen. Met voorbedachten rade / De sluipmoord op de open ruimte van Peter Renard, Tom Coppens en Guy Vloebergh is zo’n boek. Het zet uiteen hoe de Belgische, en vervolgens de Vlaamse Overheid sinds WO II uitblinken in newspeak en doublespeak, aka ‘aankondigingsbeleid’, die een systematische aanslag op de open ruimte in naam van allerlei belangen verhullen.
De auteurs vertellen niets nieuws als ze stellen dat de ruimte in Vlaanderen verloederd is, met kwalijke gevolgen voor klimaat, biodiversiteit en natuur. Toch is er een overvloed aan wetgeving om de ruimtelijke ordening in goede banen te leiden. Na de nationale gewestplannen van de jaren 1970 nam Vlaanderen het stokje over met het Ruimtelijk Structuurplan (RSV) in de jaren 1990. Die brak met de bestemmingslogica van gewestplannen. Het RSV beoogde ‘gedeconcentreerde bundeling’ of dus: versterking van lokale kernen en steden én versterking van de open ruimte.
Het RSV werd met het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV) ten grave gedragen. Voortaan zou de gewestelijke overheid op basis van een strategische visie beleidskaders – die er nog steeds niet zijn – uittekenen. Tegelijk gaf ze een deel van het beleid uit handen aan de gemeenten. Een ‘codextrein’ bezegelde dat. In afwachting van een Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV) verscheen alvast een ‘Groenboek’ dat de auteurs omschrijven als de ‘Dag Allemaal versie’ van het RSV. Een ‘Witboek’ moest meer helderheid scheppen in 2016, maar bij gebrek aan kaarten en een uitvoeringsstrategie blonk het uit in vaagheid. Het woord ‘betonstop’ deed wel zijn intrede, maar op het terrein werd er nog steeds evenveel land aangesneden. Tot 7,3 hectare per dag in 2017! Het Instrumentendecreet uit 2018 was geen stap vooruit: het dient volgens de auteurs vooral om de al geringe ambities van het BRV verder onderuit te halen. Wat blijft hangen is een krankzinnig riante planschaderegeling…
Het boek gaat vervolgens in op andere anomalieën in het Vlaamse Ruimtebeleid zoals de discussies over zonevreemde woningen, de onsmakelijke schijnmaneuvers rond woonuitbreidingsgebieden, die plots gewoon bouwgrond bleken te zijn, en de eindeloze saga van de lintbebouwing. Zo werken ze toe naar de conclusie dat in Vlaanderen de uitzondering de regel is, en stedenbouw een kwestie voor juristen, niet voor planners. Van handhaving is er nauwelijks sprake. De open ruimte in Vlaanderen is het kind van de rekening, maar ook de bebouwde ruimte ligt er doorgaans schamel bij.
Het boek eindigt met enkele suggesties voor een beleidskentering qua planning, vergunningen en handhaving. Het klinkt allemaal logisch en redelijk genoeg. Of er iets van komt is een andere zaak: de auteurs gaven zelf 180 bladzijden lang aan dat de kans daarop in Vlaanderen onbestaande is, en ze doen dat met bijzonder veel kennis van zaken. Op fouten zal je ze niet betrappen. Dat maakt het boek tot verplichte lectuur voor al wie begaan is met open ruimte in Vlaanderen. Maar de lezer weze gewaarschuwd: vrolijk word je hier niet van.
Met voorbedachten rade / De sluipmoord op de open ruimte, Peter Renard, Tom Coppens et Guy Vloebergh, Kritak / Uitgeverij Lannoo NV, Tielt, 2022. EAN 9789401476072. 24,99 €.