Grote kleinschaligheid
Sociale Huisvesting Nieuw-Gent — DBLV architecten + TAB architects, Gent
Met een ensemble van twee lage volumes, vergezeld door drie middel- tot hoge torens, wonnen DBLV architecten en Tab Architects in het voorjaar van 2022 de wedstrijd voor de bouw van sociale huisvesting in Nieuw-Gent. Woningent wil haar verouderde patrimonium in de wijk in het zuiden van de stad stelselmatig vervangen en schreef daarom een prijsvraag uit. Binnen een bestaand masterplan gingen de architecten op zoek naar eigenheid, herkenbaarheid maar vooral woonkwaliteit.
Het masterplan plaatst enkele U-vormige gebouwen in een park, tegenover villa’s aan de overzijde van de straat. Aan straatzijde blijven de volumes laag, maar de parkzijde wordt geaccentueerd door verticale accenten, tot twaalf bouwlagen hoog. DBLV en Tab maken de schaalsprong tussen park en omliggende bebouwing meer expliciet. “Voor ons voelde het masterplan aan als een doorlopend golvende muur. We knipten de verticale uiteinden los van de horizontale volumes, om het geheel meer open te maken. Zo ontstaat een meer permeabele structuur, die doorzichten in twee dimensies biedt. Het knippen versterkt de relatie tussen bewoners in de buurt, we hopen zo het veiligheidsgevoel in de buurt te vergroten.”
De ontwerpers willen met hun ontwerp vooral de kleinschalige, menselijke beleving centraal stellen binnen het grootschalige masterplan. Ze doen dat door elk appartement een dubbele oriëntatie te geven. Grotere units, voor gezinnen met kinderen, worden als doorzonappartement langs een een gaanderij geschakeld in de lage volumes. Kleinere units worden als hoektypologie rond een loggia geplooid in de torens. De torens zijn in volume getand, om meer lichtinval in en zichtmogelijkheid voor de woningen te ontwikkelen. De kleinschaligheid van de gebruiker stoot via de gevels door in de grootschaligheid van het masterplan.
De gaanderijen flankeren de lage volumes aan straatzijde. Ze werken als circulatie, maar ook als informele ontmoetings- en verblijfsplek, naast de private buitenruimte van elke bewoner. Weg van de straat zijn deze gaanderijen op de binnentuin georiënteerd, nadat ze door het gebouw zijn geponst. De buitengangen bieden overzicht aan de bewoners; ouders hebben zicht op hun spelende kinderen in het park, maar er is ook sociale controle tussen buren onderling. Ook in de toren zet het team in op herkenbaarheid en sociale interactie. De circulatie wordt er opgesplitst in kleinere gangen. Meer dan vage kennissen worden bewoners zo buren.
“Om inkijk vanop de straat te vermijden, maar ook om te zorgen dat bewoners er boven het verkeer kunnen kijken, verhoogden we het niveau van het gelijkvloers.” De aangrenzende binnentuin wordt mee verhoogd, waardoor hij een ander statuut krijgt dan het publiek toegankelijke park. Visueel verbonden met het park, maar ervan gescheiden door een hoogteverschil van enkele tredes, heeft de binnentuin kwaliteiten van een levendig collectief erf. Tussen de twee laagbouwen is een verkeerslus, zoals bepaald in het masterplan, die naast adressering ook logistiek toelaat. Anders dan die lus is de collectieve inham wel een plek waar de menselijke kleinschaligheid contact legt met de grootschalige buurt.
Met het ontwerp en bouw van de vijf gebouwen door dit team is het oorspronkelijke masterplan nog niet voltooid. Naast het ensemble wacht een quasi identieke combinatie van lage en hoge volumes op ontwikkeling. Het project van DBLV architecten en Tab Architects brengt fijnmazigheid in het logge plan. Optimaal voor de buurt is het als Woningent eenzelfde visie van fijnmazigheid, van architectuur die sociale cohesie stimuleert, hanteert in het vervolg van deze ontwikkeling.